19 september: Leerzame sessie over biologisch aanzuren van mest

19 september: Leerzame sessie over biologisch aanzuren van mest

Op 19 september werd er in Niebert, Groningen, een interactieve bijeenkomst georganiseerd door de thematafel Monomestvergisting en mestverwaarding, van de Versnellingsaanpak en Innovatie Netwerk Landbouw. Tijdens deze sessie kwamen verschillende sprekers aan het woord. De focus lag op de pilot “Praktijkproef biologisch aanzuren mest in een rundveestal”, die momenteel wordt uitgevoerd in Groningen.

Afbeelding
Kennissessie mest

19 september: Leerzame sessie over biologisch aanzuren van mest

Over de pilot Biologisch aanzuren van mest

Het doel van deze pilot is om aan te tonen dat biologisch aanzuren technisch en praktisch uitvoerbaar is in de melkveehouderij. Met deze techniek wordt de ammoniak- en methaanemissie sterk verminderd en neemt het biogas(groengas)potentieel sterk toe. Bedrijfseconomisch kan dit dus een interessante optie zijn om aan milieudoelstellingen te voldoen.

Sietse Draaijer, consortiummanager - ReFerm

Sietse nam de zaal mee in een introductie over de Versnellingsaanpak en de thematafel Monomestvergisting en mestverwaarding. In dat kader werden enkele lopende en aankomende projecten rondom dit thema besproken. Naast deze thematafel zijn er nog vier andere thematafels, waar informatie wordt uitgewisseld en kennis wordt ontwikkeld. Met deze thematafel wil men ook focussen op de uitdagingen rondom mest. 

 

Wim Bussink, projectleider pilot “Praktijkproef biologisch aanzuren mest in een rundveestal”. 

Wim werkt voor het Nutriënten Management Instituut (NMI) en heeft veel ervaring met het verminderen van ammoniakemissies. Hij gaf een toelichting op de stand van zaken rondom de pilot.

De pilot in Groningen worden gekenmerkt door gebruik van melasse voor het aanzuren van mest, het scheiden van de mest, het vergisten van de vaste fractie op een andere locatie. De pilot richt zich vooral op het eerste deel, het aanzuren en scheiden van de mest. Wordt uitgevoerd op een bedrijf met 240 melkkoeien met twee mestgangen (referentie en onderzoek putten) met veel oude mest.

De pilot is gestart en wordt eind dit jaar afgerond. Er wordt al bekeken, hoe dit onderzoek kan worden opgeschaald. Daarbij worden naast melasse ook andere toe te voegen stoffen onderzocht. In de akkerbouw is behoefte aan meststoffen met een hoge organische stofgehalte met niet zo hoge gehalten aan mineralen. In dit vervolg wil men gaan werken met zoveel mogelijk verse mest (1 – 2 weken). Efficiënt voeren zal een positieve invloed hebben op de hoeveelheid melasse die moet worden toegevoegd.

 

Interview Jan Willem Pimmelaar en Jon Knook

Jan Willem, veehouder binnen deze pilot, en Jon Knook, coördinator Landbouw Team Regionale Economie, provincie Groningen, werden geïnterviewd over hun betrokkenheid bij het project. Hoe ziet de toekomst eruit en hoe kunnen andere veehouders dit integreren in hun bedrijfsvoering?

Jan Willem wil vooral een groenere bedrijfsvoering om zoveel mogelijk zijn bedrijfsprocessen te sluiten. Zo is hij al enige tijd bezig met het zelf invullen van zijn energiebehoefte. Hij heeft nog geen keuze gemaakt, hoe hij de bewerking van zijn mest gaat invullen. Het systeem is in te passen in diverse bedrijfsmodellen, dus ook via samenwerking met andere boeren. Het overheidsbeleid is voor Jan Willem niet leidend. Het is onzeker en te wispelturig zonder een duidelijk perspectief.

Jon gaf aan waarom de provincie het biologisch aanzuren van mest ondersteunt en hoe de provincie naar toekomst kijkt van projecten rondom emissiereductie en verbetering van het verdienvermogen van agrarische ondernemers. De aanpak in deze pilot is integraal, o.a. door aan te sluiten bij de vraag in de akkerbouw. Gesprekken met Johan Sanders hebben er toe geleid dat ‘puzzelstukjes’ in elkaar leken te vallen. Via diverse consultants die al in Groningen rondlopen, is het bedrijf van Jan Willem Pimmelaar gevonden als geschikte locatie. De provincie ziet de pilot als een goed voorbeeld van integraal aanpakken, waarbij zowel managementmaatregelen als mestbewerking worden meegenomen. Deze pilot vormt onderdeel van de gesprekken met de provincies Friesland en Drenthe over het integraal aanpakken van problemen in de landbouw. Beleidsmatig is een belangrijk voordeel van deze pilot dat het aantal transport-bewegingen sterk wordt verminderd. Een ander belangrijk voordeel is dat de fosfaat in de dunne fractie blijft, en daarom op het eigen bedrijf kan worden aangewend.

 

Johan Sanders, Sanovations

Uitleg werd gegeven over het concept biologisch aanzuren van mest op de boerderij. Tevens gaf Johan Sanders een toelichting op de resultaten van eerdere pilots en de toegevoegde waarde die wordt verwacht op het gebied van emissiereductie en groengasproductie.

Johan Sanders heeft een aantal berekeningen gemaakt om aan te tonen dat aanzuren, vergisten en bewerken van mest voldoende kan zijn om de problematiek van het mestoverschot op te lossen en tegelijkertijd een verbetering van het rendement kan opleveren. Hij sloot af met een aantal conclusies, die hij al eerder liet passeren. Ook gaf hij aan dat op een aantal punten nog verbeteringen in het proces kunnen worden doorgevoerd.

De belangrijkste conclusie was dat diverse aannames eerst getoetst moeten worden. Daarvoor wordt een nieuwe project uitgewerkt, Triple P, dat hopelijk in Noord-Nederland kan worden uitgevoerd. Onderdeel is het testen van de vergisting van de dunne fractie op het veehouderijbedrijf.

 

Discussieronde

Naar aanleiding van de presentaties was er gelegenheid om vragen te stellen en te discussiëren over het thema.
 

 

Terugkijken?

Een uitgebreider verslag, inclusief uitkomsten van de discussieronde, en de opname van de sessie, vind je hieronder. 

Externe video URL