Sensoren installeren kan én moet veiliger

Sensoren installeren kan én moet veiliger

Emissiemonitoringssensoren worden steeds vaker gebruikt op veehouderijen. Maar hoe veilig is het installeren hiervan eigenlijk? Ze hangen vaak op grote hoogte achter de luchtwasser, op plekken die lastig bereikbaar en soms gevaarlijk zijn. De veiligheid van de installateur moet daarom meer prioriteit krijgen, vinden Harm van der Zanden van Connecting Agri&Food en Tom Ploeger en Maureen Veltmaat van Praktijkaanpak Emissiearme Veehouderij. Door het vastleggen van afspraken, meer bewustwording én leren van de praktijk, kunnen belangrijke stappen gezet worden.

Sensoren installeren kan én moet veiliger

“We draaien steeds meer pilots en komen daardoor steeds vaker in situaties waar veiligheid in het geding kan komen,” vertelt Harm, die betrokken is bij diverse emissiemonitoringsprojecten. “Dit is relatief nieuw. Niet alles qua veiligheid is daarom al vastgelegd in protocollen. En omdat we op plekken komen waar doorgaans weinig mensen komen, zijn er vaak nog onvoldoende voorzieningen om veilig te kunnen werken.”

Hoog, krap en risicovol

De beste plek voor een sensor, weet Harm, is namelijk niet altijd de meest veilige. “Vaak is dat achter de luchtwasser, op 6 tot 10 meter hoogte. Daaromheen is weinig werkruimte. Val je door de druppelvanger, dan lig je zomaar 4 meter lager ín de luchtwasser. En daar kom je niet zomaar uit.”

De drukventilatoren vormen volgens Harm het tweede grote veiligheidsrisico. “Sensoren moeten vóór de ventilator geplaatst worden, maar daar zit meestal geen beschermkap op. In de zomer draaien ze op volle toeren – dan zijn het net maishakselaars. Ook kun je, in het geval van een chemische luchtwasser, achter de luchtwasser te maken krijgen met zwavelzuren.”

Sectorbrede bewustwording

Zelf nemen Harm en zijn collega’s al maatregelen. Ze gebruiken waar mogelijk hoogwerkers, investeerden in valbeveiliging en maskers, en leiden hun mensen op voor werken op hoogte en met chemicaliën. Maar dat is niet altijd voldoende. “Je hebt niks aan een tuigje als je je op locatie nergens aan kunt zekeren.” Tom haakt in: “We moeten breder bewust worden van deze risico’s. Meetbureaus moeten – ook in een groeiende markt – veiligheid boven prijs stellen. Ondernemers moeten investeren in veilige toegang tot de juiste plekken. En stallenbouwers moeten hier al in de ontwerpfase rekening mee houden.”

Veiligheid vastleggen

Tom en Harm pleiten voor strakkere afspraken in de protocollen. “In de Richtlijnen voor het bepalen van emissies uit veestallen van Wageningen University & Research, het rapport waar we nu mee werken, ligt de nadruk op hoe je het systeem goed laat functioneren,” zegt Harm. “Maar we willen ook vastleggen dat een meetinstantie onderbouwd voor een veiligere installatieplek mag kiezen indien de voorgeschreven plek niet veilig is. Zo voorkom je discussie.”

Weten is veilig meten

Maureen benadrukt het belang van kennisdeling. “Wat meetbureaus in de praktijk tegenkomen, is waardevolle input. Door die ervaringen via de Praktijkaanpak actief te verzamelen en breed te delen met alle betrokken partijen, kunnen we echt stappen zetten.”

Harm ziet hierin ook een rol voor andere partijen. “Zoals de Vereniging voor Kwaliteit van Luchtmetingen - Agrarisch (VKL-A), maar ook bureaus uit andere sectoren die bijvoorbeeld al jarenlang klimaatsensoren installeren. Hun kennis en ervaring zijn goud waard. Want je kunt pas rekening houden met risico’s, als je weet wat er speelt. Hoe meer iedereen deelt waar ze tegenaan lopen, hoe veiliger we met zijn allen kunnen werken.”